top of page

Joop Moesman: alles kan, kan alles?

Joop Moesman, de enige surrealist die Nederland gekend heeft, zou dit jaar 111 zijn geworden. Reden voor een feestje, nietwaar? De schilder schuift zijn obsessie voor seks en vrouwen bepaald niet onder stoelen of banken. De komende maanden leeft zijn geest voort in de Domstad – en dat in tijden van #MeToo, discussies rondom naaktheid en veranderende verhoudingen tussen man en vrouw.


Dat begon al lekker, op de opening van MoesMánia afgelopen maand in de Stadsschouwburg in Utrecht: de foto van Jaap van de Klomp, waarop een naakte vrouw te zien is, mocht niet worden tentoongesteld. De foto is geïnspireerd op het schilderij Het Avonduur van de Utrechtse schilder Joop Moesman – die tussen januari en mei geërd wordt in zijn geboortestad tijdens het zogeheten MoesMánia. In de Stadsschouwburg vond een grote opening plaats, waar hedendaagse kunstenaars hun op het werk van Moesman gebaseerde kunststukken mochten tonen. Behalve dus fotograaf Van de Klomp, die een foto instuurde van een vrouw met ontblote borsten. Masker op, nonchalant steunend op de kade, met op de achtergrond de Williamsburg Bridge in New York.


De treinen van Eros

MoesMánia begon dus in de schouwburg – inclusief discussie rondom naakt – en zet zich voort in het Centraal Museum. Hier opende in februari de grootste tentoonstelling die het museum ooit gehad heeft: ‘De Tranen van Eros – Moesman, surrealisme en de seksen’. Met natuurlijk veel werken van Joop zelf, maar ook schilderijen van grote namen als Dalí, Margritte en Max Ernst. Volgens het museum is het idee dat het surrealisme enkel een ‘mannenzaak’ was, echter een misvatting. Dus krijgt de tentoonstelling ook een zaal met uitsluitend werk van vrouwelijke surrealisten – waarvan de meeste schilderijen zelfs nooit eerder in Nederland vertoond werden.


De slogan van MoesMánia is: alles kan, kan alles? En dat is de vraag. Een schilder eren die jarenlang omstreden was en waarvan werken werden verboden op verschillende tentoonstellingen: is het wel van deze tijd om zo’n schilder zoveel aandacht te geven? Zoals Het Parool een aantal dagen geleden schreef over de tentoonstelling in het Centraal Museum: “Zijn schilderijen worden niet weggestopt of voorzien van een sticker ‘FOUT!’. Ze worden in volle glorie getoond.” Maar los van dat zijn schilderijen provoceren, is het óók gewoon kunst. Moeten we dan alle kunst die uit de tent lokt, verbieden? Zoals wederom Het Parool schrijft: “Is het museum juist niet die maatschappelijke vluchtheuvel waar extreme stellingen kunnen worden ingenomen en onvoorstelbare dingen gezegd?”

Omstreden werken

MoesMánia zet zich daarna voort in de Grote Trouwzaal van het stadhuis in Utrecht. Daar heette burgemeester Jan van Zanen halverwege februari Moesmans meest bekende schilderij ‘Het Gerucht’ welkom – een reproductie, weliswaar. Het origineel is in bezit van de familie Heineken en zij weigeren het uit te lenen. Het laat een naakte dame op de fiets zien, van achteren (natuurlijk?). Met de blote billen op het zadel fietst ze door het centrum van Utrecht. “Een juffrouw op de fiets, dat is wel wat. Jammer dat ze altijd kleren aanhebben.” Het gerucht gaat dat dit is wat Moesman zei over zijn misschien wel bekendste werk.


Dit is overigens hetzelfde schilderij dat in de jaren vijftig op last van toenmalig burgemeester Ter Pelkwijk werd verwijderd van een tentoonstelling van het Utrechtse genootschap Kunstliefde. Waarom? Omdat het schadelijk zou zijn voor de zedelijkheid. Er werd in de Gooi- en Eemlander zelfs gesproken van een “onsmakelijk geval van een textielloze juffer”. Schilderijen van Moesman werden in die tijd overigens wel vaker verwijderd van tentoonstellingen. Nu verdient de schilder, volgens Van Zanen, een groot eerbetoon in zijn geboortestad. Hij spreekt van een genie, van een geniaal kunstenaar die helaas pas na zijn dood volledige erkenning kreeg.


Nina Folkers, conservator van de tentoonstelling in het Centraal Museum, dacht daar in eerste instantie anders over: “Eerst was ik absoluut geen fan van Joop Moesman,” geeft ze toe tijdens de opening van De tranen van Eros. “Hij was erg vrouwonvriendelijk. Vrouwen fungeren in zijn schilderijen uitsluitend als lustobject. Vaak hebben ze geen identiteit, ze worden meestal zelfs zonder gezicht afgebeeld.” En dat blijkt: veel van de vrouwen die hij schildert, dragen maskers, liggen met hun hoofd in het water of worden van achteren afgebeeld. De grootste pechvogels hebben zelfs een gezicht gekregen dat totaal ontvleesd is.


Preutse moraal

Niet alleen Moesman maakte in die tijd dit soort werken. De vrijgevochten surrealisten wilden af van de preutse moraal van hun tijd en onderzochten seksualiteit als wezenlijk onderdeel van het mens zijn. Kunstenaars met een obsessie voor seks en het overschrijdende daarvan, die zich in de periode na de Eerste Wereldoorlog los wilden maken van conformisme en rationalisme. Volgens conservator Marja Bosma begeven we ons nu in zo’n zelfde periode van preutsheid. En juist in die periode werd besloten een tentoonstelling op te zetten met ongekend veel naakt – want ja, de cijfers liegen er niet om: nooit eerder waren er in een Utrechts museum zoveel blote lichamen te bewonderen.


Ik kan niet anders dan toegeven dat Marja Bosma gelijk heeft, op het moment dat ik door de zogenaamde ’18-plus zaal’ van het museum wandel. Schilderijen van vastgebonden vrouwen, ingesnoerd, vastgeketend met een ketting om hun nek. Maar ook een beeld van naakte wezens met witte sneakers – zijn het kinderen? – dat mij zicht biedt op hun achterste. Het geeft me een onbehaaglijk gevoel – haast word ik er onpasselijk van. Provoceren, misschien is dat wat het museum wil met deze zaal. Misschien is dat wel het doel van de hele MoesMánia. Niet alleen een schilder eren, ook de discussie weer eens lekker laten oplaaien. In een tijd van #MeToo, waarin alles rondom naaktheid gevoelig ligt. In een periode waarin niks meer kan – waarin sociale media ons laten inzien dat naakt ‘verboden’ is. Ik bekijk snel de werken, loop nog even een extra rondje en verlaat dan, enigszins opgelucht, de zaal.


‘Jopie’ Moesman krijgt in ieder geval tussen januari en mei een podium in het Utrechtse. En misschien mag iedereen er zelf mee doen wat ie wil. Liefhebbers genieten van zijn kunst, anti-Moesmanen zullen er tegenaan schoppen. Maar dat het iéts doet, dat staat vast. En ook daar is kunst voor.


Ik schreef dit artikel voor het journalistieke platform Red Pers. De illustratie is gemaakt door Roos Vervelde.

Comments


bottom of page